Zo help je de dieren de winter door

Je tuin gaat in rust, en dat geldt ook voor een pak dieren. Help de vogels, vlinders, lieveheersbeestjes, salamanders en egels de komende wintermaanden door, met een beschutte plek en energierijk eten.

Maak de vogelhuisjes schoon, meesjes kruipen er ook ’s winters in, tijdens koude nachten. Schrob het huisje met heet water, laat drogen en hang het weer op. Trek schoonmaakhandschoenen aan, wanneer je zo’n nestkastje schoonmaakt, in een oud nest ‘wonen’ vaak vogelvlooien en andere kriebelbeestjes. Meer over nestkastjes en het onderhoud ervan lees je hier.

Hongerig

Hoe vroeger je begint te voederen, hoe beter voor vogels. Ze kunnen op tijd hun reserves opbouwen, en vinden op crisismomenten meteen de weg naar jouw tuin. Probeer om 3 verschillende soorten vogelvoeder te voorzien, zo komen alle vogels aan hun trekken. Hang vetbollen of zelfgemaakte vogelcakejes en zadensilo’s in bomen of hagen, strooi zadenmixen op de voedertafel en een mengeling met meelwormen op de grond. Ontdek hier hoe je creatieve vogelsnacks kan maken.

Mezen en spechten eten het liefst in een boom of op een voedertafel, vinken, merels en roodborstjes pikken het voer liever op de grond. Lees hier meer over welke vogeltjes wat eten.  Geef in januari en februari voeder met meer vet, met extra pinda’s en met meer proteïnen zoals meelwormen, dat zijn de lastigste maanden voor vogels. Plaats een voedertafel nooit midden in het gazon, daar voelen vogels zich onveilig. Zorg dat katten de paal van de voedertafel niet kunnen opkruipen.

Lief beestje

Vanaf oktober gaan lieveheersbeestjes op zoek naar een beschutte plek om er in groep te overwinteren. Dat kan een hoop bladeren zijn, een vermolmde boomstronk, groenblijvende planten of spleten in een boom. Inheemse lieveheersbeestjes kunnen vrij goed tegen de kou en komen zelden onze huizen binnen. Zitten er toch lieveheersbeestjes in huis, dan gaat het bijna zeker om het veelkleurig Aziatisch lieveheersbeestje, een invasief diertje dat onze inheemse soorten bedreigt. Ze zien er wat groter en kleurrijker uit. Veeg ze op en zet ze buiten.

Vlinderstil

Waarom je ’s winters geen vlinders ziet? Omdat de meeste de winter doorbrengen als eitje, rups of pop tussen de planten. Hoe leuk zo’n vlinderhuisje dus ook lijkt, de kans dat er een vlinder in overwintert, is heel klein. Voorzie liever plekken voor de eitjes, rupsen en poppen: klimplanten zoals klimop, een dikke laag bladeren of lang gras. Meer tips om vlinders in je tuin te verwelkomen, lees je hier. Zowat alle vlinders die nu volwassen zijn, vliegen naar Zuid-Europa of Afrika om te overwinteren. Alleen de citroenvlinder, de gehakkelde aurelia, de dagpauwoog, de kleine vos en de atalanta (soms) zijn sterk genoeg om de winter bij ons te overleven. Dat zijn dan ook de eerste die je in de lente ziet rondfladderen.

Onder de pannen

In de winter houden salamanders en padden een winterslaap, onder een houtstapel, tussen een hoop stenen of in een berg takkenafval. Als je regelmatig snoeisel onder de haag laat liggen, en de herfstbladeren tussen je bloemen niet opruimt, creëer je vanzelf een salamanderhotel. Of leg een brede plank zo’n centimeter van de grond, en bedek ze met takken en wat bladeren; salamanders kruipen er met plezier onder.

Egelholletje

Wanneer de buitentemperatuur onder de 10°C duikt, beginnen egels aan een winterslaap te denken. Ze overwinteren onder een hoop bladeren of takken – zorg dat er hier en daar een hoop klaar ligt. Of zet een egelhotel neer op een rustig hoekje. Leg wat bladeren of zaagsel op de bodem, en strooi takken en bladeren bovenop. Plaats de ingang weg van het noorden of noordoosten, uit de koude wind. Lees hier hoe je heel het jaar door de egels kan helpen.

Hoe je je huisdieren beschermt in de winter lees je hier.