Vijvervissen voeren: waarom, hoe, wat & wanneer (niet)

Om genoeg weerstand op te bouwen en te groeien, hebben vissen eiwitten, vetten en vitaminen nodig. Hoewel ze deze voedingsstoffen wel in mate zelf uit een vijver kunnen halen, is dat vaak niet voldoende. Heb je weinig vissen in een gezonde vijver, dan is bijvoeren minder nodig. Vooral kleine vissen kunnen hun eigen kostje bij elkaar scharrelen dankzij insecten en larven die in de vijver leven. In de meeste gevallen is het echter aangeraden om je vissen bij te voeren, zodat ze zeker niets te kort komen.

Hoeveel?

Tijdens de zomermaanden is de aangeraden hoeveelheid 2,5% van het lichaamsgewicht. Gedurende de koudere maanden blijf je best onder die 2,5%. Vissen hebben een lang darmstelsel, dat wil zeggen dat ze altijd hongerig zijn. Je kan dus beter meerdere keren per dag kleine porties geven, dan alles in één keer. Zo hebben ze de ganse dag iets te verteren en zullen ze sneller groeien & reserves opbouwen. Makkelijk gezegd, maar niet iedereen is een ganse dag thuis natuurlijk... Geen probleem! Een voederautomaat is de ideale oplossing: je vissen krijgen de juiste hoeveelheid op mooi gespreide tijdstippen.  Geef zeker niet te veel eten. Je vissen zouden al het voer binnen 5 minuten moeten kunnen opeten. Wat er na die tijd nog ligt, is eigenlijk teveel. Overgebleven voer verstoort het biologisch evenwicht in je vijver en zal je water snel troebel maken. Last van groen vijverwater? Lees er hier meer over.

Soorten visvoer

• Levend voer: geef regelmatig ook levend voer, zoals watervlooien, voor extra eiwitten
• Wintervoer: lichtverteerbare voeding voor tijdens de koudste maanden (met slechts 20% tot 30% eiwitten)
• Vitaminevisvoer: voeding om vitamine tekorten te voorkomen
• Grower: speciaal gericht op groei (meer dan 40% eiwitten, vanaf 18°C, optimaal verteren rond de 25°C)
• Eiwitsnacks: zijderupsen, garnalen en andere eiwitbronnen zorgen voor snelle groei (vanaf 25°C)
• Kleurvoer: astanaxine, caroteen en spirulina zorgen voor optimale kleur van uw vissen

Welke vissen eten wat?

Steuren
Steuren kan je heel het jaar door hetzelfde voeren, zolang je maar voor specifiek steurvoer kiest. Ze zoeken hun voedsel namelijk altijd op de vijverbodem omdat hun bek onder hun lange neus ligt. Steurvoer is daarom altijd zinkend voer. Steuren zijn trage eters, let dus op of ze het voer ook daadwerkelijk opeten. Een steur blijft het hele jaar door rondjes zwemmen, ook tijdens de winter. Wees je er dus van bewust dat ze meer energie blijven verbruiken en nodig hebben, dan je andere vissen.

Koi
Op het menu van koi staan natuurlijke producten zoals bijvoorbeeld zijderupsen. Het bevat veel eiwitten voor een sterke groei, optimale conditie en hoge weerstand. Best wissel je af met drijfkorrelvoer voor koi dat een mix bevat van verschillende bestanddelen: krillmeel, tarwekiemen, sporenelementen en vitamine C. Kies voer waarbij ook Astaxanthine is toegevoegd voor levendige kleuren. Stem ook bij koivissen de grootte van de korrels af op de grootte van de vis. Probeer de vissen in een bepaald ritme te krijgen door ze meerdere malen per dag op bepaalde tijdstippen te voeren. Tijdens de winter geef je best speciaal koi wintervoer dat zinkt en de natuurlijke weerstand versterkt, maximaal 2 a 3 keer per week.